hoogsensitief, hoe voel ik mijn lijf bij herstel?

Geveld door de griep en een fikse bronchitis word ik met mijn neus op de feiten gedrukt: herstellen is een ware kunst. Mijn lijf wil niet, een antibioticakuur neemt de regie over en ik hang het grootste gedeelte van de tijd als een dweil op de bank.

Luisteren naar mijn lijf wordt het devies en dat blijkt ingewikkelder te zijn dan ik dacht. En dat terwijl het regelmatig onderwerp van gesprek is met mijn klanten. Pffft! Tijd om eens wat dingen op een rij te zetten!

Lichaam of lijf?

Je kunt vanuit verschillende posities naar je lijf luisteren:
1. vanuit je innerlijke gevoelswereld, onze binnenwereld
2. vanuit je buitenwereld, wanneer we reflecterend naar onze gevoelswereld te kijken

Nick Blaser* onderscheidt in zijn boek “Gevoelens komen en blijven” dit verschil in standpunt, of zo je wilt het verschil in voelen, door het lijfelijk (1) en lichamelijk (2) te noemen

Je zou kunnen zeggen dat je in het eerste geval je lijf voelt en dat je in het tweede geval je het lijf/lichaam denkt of waarneemt. En dat is een groot verschil. Het verklaart de uitspraak van mijn klanten:

“ik denk wel eens dat mijn gevoel in mijn hoofd zit, kan dat? “

Het verschil tussen het lijfelijke en het lichamelijke, tussen het voelen en het gevoel registeren zit in de innerlijke betrokkenheid die je wel of niet ervaart. Om het concreet te maken ga ik even terug naar mijn herstel:

Hoe voel ik mijn lijf of hoe registreer ik mijn lichaam?

1. lijfelijk voel ik me een dweil, ik ben moe, heb geen energie en sta me toe om de boodschap hiervan op te vangen, ernaar te luisteren en niets te doen. Ik luister naar mijn lijf en herstel!
2. ik registreer in mijn hoofd dat ik moe ben en bedenk dat ik wat werk achter mijn laptop kan doen of dat nieuwe programma nu eindelijk eens uit kan werken. Ik ga aan de slag en voel niet dat dit me uitput en dat ik helemaal onderuit ga. Het frustreert enorm en het herstel laat op zich wachten.

Lijfelijk herstel gaat uit van het contact met onze innerlijke gevoelswereld waarin het gevoel een boodschap voor ons heeft. Lichamelijk herstel kijkt van buiten naar het gevoel, neemt het waar en mist de boodschap omdat de innerlijke betrokkenheid bij het gevoel ontbreekt.

Gevolg voor het aansturen van jezelf,  je keuzes en beslissingen

Dit heeft grote gevolgen voor de manier waarop je leiding geeft aan jezelf. In het eerste voorbeeld bestaat er tijdens het herstel congruentie tussen mijn hoofd, wat ik denk, mijn gevoel dat precies zegt hoe het met me is en mijn handen die in dit geval iets rustigs moeten doen. Mijn gevoel, mijn lijf verbonden met mijn innerlijke gevoelswereld, is leidend voor mijn beslissingen.

In het tweede voorbeeld mis ik de congruentie tussen mijn voelen, denken en handelen. Mijn hoofd loopt voorop, loopt om mijn gevoel heen en stuurt mijn handelen aan. In dit geval is mijn denken leidend en staat mijn werkelijke gevoel buiten spel. Jammer genoeg kan de boodschap die het gevoel met zich meedraagt niet effectief worden.

In het kader van herstel is het slim de eerste manier te kiezen. Dat wil niet zeggen dat in alle situaties de beste manier is om met je gevoel om te gaan. Reflectie op ons gevoel, registreren zonder innerlijke betrokkenheid, zorgt er ook voor dat wij het gevoel en het beeld over onszelf kunnen ontwikkelen.

Je gevoel als levenskompas?

De kunst is om met onze aandacht bij onze gevoelens te blijven, ze toe te laten, ze te beamen en te accepteren. Ook minder prettige gevoelens hebben een boodschap die gehoord dient te worden. Zo wordt je innerlijke gevoelswereld uitgangspunt en kompas voor je persoonlijk leven. En dat is een groot goed. Zeker als je anders dan anderen bent en zoekt hoe je dichter bij jezelf kunt blijven om passende, persoonlijke beslissingen te nemen.

Vast onderdeel van mijn coachgesprekken is het onderzoek naar de verbinding tussen hoofd, hart en handen in dagelijkse situaties. Het laat zien hoe groot je stuurkracht is en wat je daarin wilt ontwikkelen.

( bron: Nick Blaser:  Gevoelens komen en blijven, oefeningen in mindfulness;
Uitgeverij De Driehoek 2012 ISBN 978 90 6030 729 8 )